‘... De tijd verglijdt steeds sneller. In zandlopers schuren de korrels tegen
elkaar steeds gladder, tot ze tenslotte bijna wrijvingsloos van het ene in het
andere glas vloeien, de opening steeds verder uitslijpend. Hoe ouder een zand-
loper, hoe sneller hij loopt. Ongemerkt past het uurglas alsmaar kortere uren
af. In deze chronometrische onvolkomenheid zat een metafoor verborgen: ook
bij de mens vliegen de jaren in de herhaling steeds sneller voorbij, tot tenslotte
de maat breekt’ (Junger: ‘Das Sanduhrbuch’, 1954, in Draaisma, 2001, p.
205).
Draaisma beschrijft in zijn boek Waarom het leven sneller gaat als je
ouder wordt (2001) de geheimen van het geheugen. Hij vergelijkt het
geheugen met een zandloper: hoe ouder de zandloper, hoe sneller hij loopt.
Dit lijkt ook voor het geheugen van toepassing te zijn, want voor mensen lijkt
de tijd naarmate ze ouder worden steeds sneller te gaan.
Onderzoek wijst uit dat herinneringen ongelijk over het leven zijn verdeeld:
er zijn veel herinneringen uit de jeugd en een stuk minder herinneringen van
na die periode. Draaisma denkt dat de verklaring hiervoor ligt in het gegeven
dat wij in onze jeugd veel voor het eerst meemaken: verliefdheid, de eerste reis
naar het buitenland, enzovoort. Die eerste keren zorgen voor meer herinne-
ringen dan als je voor de tiende keer met vakantie gaat naar datzelfde huisje
in Frankrijk. Al uit vroeg psychologisch onderzoek blijkt dat ‘gevulde’ minu-
ten, de tijd waarin men bijvoorbeeld een boek leest, korter lijken te duren dan
‘lege tijd’, waarin men niets onderneemt. Daarna zet de gevulde tijd echter
uit: in de herinnering duurt dat tijdsvlak juist langer dan het lege.
Comments