Hieronder staan vragen die behandelaars zichzelf kunnen stellen om de
samenwerkingsrelatie te onderzoeken en te verbeteren (de Haan, 2013):
Luister ik genoeg naar de cliënt en hoor ik echt wat hij of zij zegt (of ben ik al
bezig met de analyse of vormen van een mening over wat iemand zegt)?
Stel ik genoeg open vragen ten aanzien van wat iemand bezighoudt en
beweegt?
Heb ik genoeg vertrouwen in de kunde van de cliënt? Zo nee, ben ik bereid
om mijn plaats als hulpverlener af te staan aan iemand die dat vertrouwen
wel heeft?
Lukt het me optimisme uit te stralen en hoop en vertrouwen te geven aan de
cliënt?
Laat ik de verantwoordelijkheid voldoende bij de cliënt of neem ik weleens
iets over, bijv. omdat dat nu eenmaal sneller gaat?
Lukt het me uit te gaan van de wensen en behoeften van de cliënt of zijn de
beoogde resultaten van de hulpverlening leidend?
Deel ik ook mijn eigen belevenissen met de cliënt, de dingen die me
bezighouden, positief en negatief?
Hoe deel ik mijn zorgen of vragen over de begeleiding/behandeling met de
cliënt of zoek ik vooral andere manieren om die op te lossen?
In hoeverre lukt het me gelijkwaardigheid te creëren?
Als deze dingen niet lukken, hoe bespreek ik dat met de cliënt?
In: Suicidepreventie. Bouwen aan hoop (Den Haan & Bannink, 2019)
Yorumlar