De belangstelling in psychotherapie voor hoop was aanvankelijk gericht op het doen
afnemen van wanhoop. Beck, Weissman, Lester en Trexles (1974) richtten zich,
gezien het verband tussen wanhoop en suïcide, op het bestrijden van hopeloosheid.
Hun definitie van hopeloosheid was: ‘a system of cognitive schemas whose common
denomination is negative expectations about the future’ (p. 864). Het doen afnemen
van hopeloosheid is echter niet hetzelfde als het doen toenemen van hoop. Frank
(1974) was de eerste die hiervoor een positieve term gebruikte: restoration of
morale.
Suïcidaal gedrag is een unieke uitkomst van een groot aantal persoonsgebonden
factoren. Daarom zijn cliëntgerichte en maatgerichte interventies in de preventie en
behandeling van suïcidaal gedrag essentieel. Er wordt steeds vaker gekozen voor
diagnose-overstijgende, competentiegerichte en autonomie-bevorderende therapieën, zoals de positieve psychologie (Bannink, 2016), oplossingsgerichte
therapie (Bannink, 2013, 2016b; Den Haan & Bannink, 2012) en positieve cognitieve
gedragstherapie (Bannink, 2014). Een belangrijk bijkomend resultaat is dat er
minder burn-out bij behandelaars voorkomt wanneer zij een positieve focus
hanteren (Medina & Beyebach, 2014).
Therapeuten luisteren steeds naar openingen in gesprekken, die vaak doordrenkt
zijn met zorgen en problemen. Die openingen gaan over wat cliënten anders willen,
uitzonderingen, competenties en hulpbronnen, en wie of wat kan helpen bij het
zetten van volgende stappen. Cliënten worden aangemoedigd uit te zoeken wat
werkt en daarvan meer te doen. Hun oplossingen hoeven niet eens gerelateerd te
zijn aan de problemen. Verbetering komt vaak tot stand door het verplaatsen van de
aandacht van ontevredenheid over de status quo naar een positief doel en door
stappen in die richting te zetten. Dit proces in het verschuiven van aandacht bestaat
uit drie stappen:
1. Erkennen van het probleem: ‘Dit is vast moeilijk voor u, klopt dat?’;
2. Suggereren van een veranderwens: ‘Begrijp ik goed dat u dat graag anders
zou willen?’
3. Vragen naar de gewenste toekomst: ‘Hoe zou u het anders willen?’
Uit: suicidepreventie: bouwen aan hoop (den Haan & bannink, 2017)
Comments