Sprey (2002, p. 116) beschrijft de meestvoorkomende reacties van behandelaars op patiënten met een persoonlijkheidsstoornis, een categorie patiënten die vaak als ‘lastig’ omschreven wordt. Het gaat hierbij dus steeds om de interactie tussen de patiënt en de behandelaar. Bij de patiënt leidt een bepaalde gebeurtenis tot gedachten, gevoelens en gedrag. Dit gedrag heeft zowel intrapsychische als interactionele gevolgen. De interactionele gevolgen spelen binnen de samenwerkingsrelatie een rol. Het gedrag van de patiënt wordt zo een uitlokkende gebeurtenis voor de behandelaar, die daarop met zijn of haar gedachten, gevoelens en gedrag reageert. De gevolgen van het gedrag van de behandelaar zijn ook voor de behandelaar zowel intrapsychisch van aard als interactioneel voor de behandelaar en de patiënt. De interactionele gevolgen van het gedrag van patiënt en behandelaar ontmoeten elkaar tijdens een behandeling. Ook het gedrag van de behandelaar wordt een uitlokkende gebeurtenis voor de patiënt, en zo is de (vicieuze) cirkel gesloten.
De belangrijkste drie valkuilen in de interactie tussen patiënt en behandelaar zijn volgens Sprey: de onzekere, de geïrriteerde en de ontmoedigde behandelaar. Zo zal een onzekere behandelaar denken dat hij incompetent is, of zich schuldig voelen en de patiënt verwennen of extra steun geven, waardoor het risico bestaat dat de behandeling stagneert. De geïrriteerde behandelaar zal denken: ‘Zo komen we er niet’ of: ‘Ik doe mijn best, maar het levert niets op’ en de patiënt steeds meer achter de broek aanzitten, waardoor eveneens het risico bestaat dat de behandeling vastloopt. De ontmoedigde behandelaar zal ten slotte denken: ‘Het duurt wel erg lang bij deze patiënt’ of: ‘Ze oefent al twintig sessies niet’ en zich terugtrekken, waardoor eveneens het risico bestaat dat de behandeling stagneert.
Uit: Beterweters (Bannink & den Haan, 2016)
Comentários