Het stellen van open vragen nodigt de gesprekspartner uit om na te denken en meer informatie te geven. Bij gesloten vragen kan de ander echter alleen ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden, hoeft de ander niet meer na te denken en kan hij verder zwijgen. Open vragen beginnen met een vraagwoord: wie, wat, waar, wanneer en hoe. ‘Waarom’ staat niet in dit rijtje, omdat dit woord als verwijt kan overkomen. Na het stellen van een open vraag is het wenselijk om zelf tenminste vijf seconden te zwijgen, ook als er niet direct een antwoord komt. Geef de ander dus de tijd om na te denken. Enkele voorbeelden van open vragen zijn:
· Hoe denkt u erover?
· Waar hoopt u op?
· Hoe kunnen we de komende tijd meer contact hebben?
· Wat maakt dat u zo reageert?
· Wat houdt u bezig?
· Hoe houdt u het vol?
· Wat verwacht u van mij?
· Wat kan ik beter doen in de toekomst?
· Wie kan u op dit moment het beste helpen?
· Welke zaken neemt u mee bij uw beslissing?
· Wanneer gaat u daar een beslissing over nemen?
· Wanneer ging het iets beter de afgelopen tijd?
Uit: Beterweters, Bannink & den Haan, 2016
Comments