Een oude koning droomde dat al zijn tanden waren uitgevallen. Uiteraard zat hij over deze droom in, en daarom liet hij de volgende ochtend een waarzegger komen om de droom uit te leggen. De waarzegger dacht even na en kwam toen met zijn uitleg: ‘Uwe hoogheid, de droom betekent dat al uw familieleden zullen sterven en u als enige zult overblijven.’ De koning was woedend over de uitleg en hij beval de waarzegger onmiddellijk het paleis te verlaten.
Daarop liet de koning een tweede waarzegger komen. Ook deze luisterde naar de droom van de koning, dacht even na en riep toen uit: ‘Verheug u, o koning! De droom betekent dat u nog vele jaren zult leven. In feite zult u al uw familieleden overleven! Lang leve de koning!’ Deze uitleg beviel de koning zo goed dat hij de waarzegger een grote beurs met goudstukken gaf. Toen de tweede waarzegger het paleis verliet zei de secretaris van de koning in opperste verbazing tegen hem: ‘U vertelde toch eigenlijk precies hetzelfde als die andere waarzegger?’ ‘Dat klopt,’ zei de tweede waarzegger, ‘maar het gaat er niet om wat je te vertellen hebt, maar hoe je dat doet.’
Uit: Beterweters, Bannink & den Haan, 2016
Comments