top of page

Hoop doet leven

In het behandelen en in de preventie van suïcidaal gedrag is het belangrijk om naast

het bestrijden van gevoelens van hopeloosheid de focus te leggen op hoop door toe

te werken naar een beter en zinvol leven. In dit artikel beschrijven de auteurs hoe er

kan worden gebouwd aan hoop bij suïcidaliteit aan de hand van toepassingen uit de

positieve psychologie, oplossingsgerichte therapie en positieve cognitieve

gedragstherapie.


In de (g)gz komt suïcidaal gedrag vaak voor. Het is de taak van behandelaars om met

cliënten en hun naasten niet alleen de wanhoop te bestrijden, maar ook te bouwen

aan hoop. Hoop betreft het geloof dat de toekomst beter zal zijn dan het heden én dat

je daarop invloed kunt uitoefenen.

In competentiegerichte en autonomie-bevorderende behandelmethoden, zoals de positieve psychologie, oplossingsgerichte therapie en positieve cognitieve gedragstherapie, neemt het bieden van hoop een centrale plaats in. Behandelaars


leggen zo min mogelijk nadruk op falen en problemen en zoveel mogelijk nadruk op

sterke kanten, (eerder) successen en op uitzonderingen (momenten waarop het

probleem zich had kunnen voordoen, maar dat op de een of andere manier niet

deed). Cliënten geven steeds feedback over de voortgang van de behandeling en de

relatie met de behandelaar, waardoor ze gelijkwaardige partners in het

therapieproces worden.


Bouwen aan hoop

Een belangrijke taak in het werken met cliënten met suïcidaal gedrag is het samen

met hen – en hun naasten - bouwen aan hoop (Den Haan & Bannink, 2016, 2017).

Hoop is een van de krachtigste attitudes, emoties, gedachten, overtuigingen en

motiverende factoren. Hoop is van vitaal belang: het houdt ons in leven. We komen

er ’s morgens voor uit bed. Hoop houdt ons op de been, zelfs bij ernstige tegenslagen.

Hoop fluistert: ‘Probeer het nog een keer’ als iedereen zegt: ‘Geef maar op.’

Hoop heeft een sterke relatie met zingeving, omdat we door na te denken over

doelen en de vooruitgang die we boeken het leven als betekenisvol zien. Bakker en

Bannink (2008) en Fiske (2008, p. 17) stelden dat het bieden van hoop in

crisisgesprekken belangrijk is, door cliënten te vragen waarop ze hopen en welk

verschil het voor hen (en hun naasten) zal maken wanneer datgene waarop ze hopen

werkelijkheid wordt.

‘Wanneer we suïcidale cliënten vragen wat er van onze gezamenlijk inspanning

geholpen heeft, dan vertellen ze vaak over het eerste sprankje hoop. Ze hebben

het dan over de ontdekking van ‘voldoende’ hoop om hen te helpen om het

pijnlijke herstelproces ‘uit te zitten’ of iets anders te proberen. Ze vertellen vaak

dat het kleine beetje hoop dat ze zien (zoals een cliënt zei: ‘het licht aan het eind

van de tunnel dat niet van een trein is’) helpt om langer te blijven leven.’



Uit: Suicidepreventie: bouwen aan hoop (den Haan & Bannink, 2017)

2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Ademhaling en ademsteun

Bij een angstig gevoel bestaat de neiging om 'hoog' te ademen, en om weer tot rust te komen, bijv bij paniek en angst, is het doorgaans helpend om te profiteren van de ademsteun of buikademhaling. Hie

Wat wil je wel? (ipv wat je niet wilt)

De gewenste verandering Noem iets wat je zou willen veranderen. Zorg ervoor dat je een gewenste uitkomst formuleert: iets wat je wél wilt in plaats van iets dat je niet wilt. Bijvoorbeeld: ‘ik wil me

Oefening: verander drie dingen in je routine

Door de jaren heen blijven we hangen in gewoontes die we onszelf eigen hebben gemaakt, en die ons daarom al niet eens meer opvallen. Je kunt dit tegengaan door elke dag iets aan een van die routines t

bottom of page