Het classificeren van problemen bij ouderen blijkt erg lastig, zelfs
voor ervaren en hoog opgeleide professionals. Het onderschei-
den van psychische problemen van cognitieve problemen, licha-
melijke problemen, (ongewenste) effecten van medicatie en pro-
blemen die uit de omgeving afkomstig zijn is verheven tot
state-of-the-art. Vooral bij de groep ‘oude ouderen’ (85-plus) die
in aanraking met de hulpverlening komen bestaat er meestal een
sterke overlap in verschijnselen die verschillende oorzaken
kunnen hebben (bijvoorbeeld moeheid, concentratieproblemen,
hartkloppingen, slechte eetlust, medicijngebruik). Dit bemoei-
lijkt de diagnostiek, waardoor het onderscheid tussen oorzaken
en gevolgen vaak moeilijk aan te geven is (Oostrom, Picavet, Van
Gelder, Lemmers, Hoeymans, Verheij et al., 2011). De focus op
krachten en op wat (al of nog) werkt in het leven van cliënten
maakt probleemgerichte diagnostiek soms overbodig.
Interventies vanuit de oplossingsgerichte therapie en soms ook
vanuit de positieve psychologie zijn diagnoseoverstijgend. Er kan
voor worden gekozen om eerst te behandelen en zo nodig later
aandacht te besteden aan diagnostiek. Ernstige psychiatrische
beelden of een vermoeden hierop rechtvaardigen een keuze voor
meer diagnostiek. Het opsporen van ‘onderliggende’ organische
pathologie bijvoorbeeld heeft immers directe consequenties
voor professionals. Ambulante intakes in de eerste of tweede lijn
zijn geschikt voor een oplossingsgerichte insteek. In de loop van
een eerste of vervolggesprek wordt vanzelf duidelijk of nadere
diagnostiek nodig is, bijvoorbeeld bij zichtbare verslechtering
van het toestandsbeeld of uitblijven van enig behandelresultaat.
Analoog aan stepped care zou men kunnen denken aan stepped diag-
nosis (Bakker & Bannink, 2008).
Comments